Worstenbrood "Miss Piggy"

 

Morgen, de maandag na Driekoningen, is het 'Verloren Maandag'. Naar Belgische traditie eet men op die dag worstenbroodjes en appelbollen. Eerst waren er enkel worstenbroodjes. De appelbollen zijn er pas later aan toegevoegd om ook iets zoets te hebben om te knabbelen. Vooral in de provincie Antwerpen houdt deze traditie stand. Die dag kloppen de bakkers overuren en kan je echt niet naast de worstenbroodjes en appelbollen kijken. Er bestaan veel verhalen en legendes over het ontstaan van 'Verloren Maandag', maar de echte oorsprong is nog onduidelijk.

Wie mij kent, weet dat ik van varkentjes houd. Mijn eerste exemplaar kreeg ik van mijn man, toen we elkaar nog maar pas kenden. Een lopend, knorrend, zachtroze, pluchen varken. Sindsdien groeide mijn collectie varkens snel aan. Varkensschorten, varkensschotels, varkensplankjes, varkens in stro, in glas, in porselein. Ik heb het allemaal. Alleen een echt varken heb ik nog niet.
 
Omwille van mijn varkensliefde, vandaag op het menu, varkens-worstenbroodjes, oftwel worstenbroodjes Miss Piggy.
Voor het broodje gebruikte ik mijn eigen recept van sandwiches. De worstjes zijn gemaakt van varkens-rundsgehakt.

Benieuwd hoe je het maakt?
Eerst maak je het deeg voor de sandwiches.
Wat heb je hiervoor nodig?
600 gr witte bloem  – 60 gr verse gist – 7 gr zout – 25 gr suiker – 1 ei + 1 ei om de sandwiches voor het bakken te bestrijken - 60 ml melk – 180 ml water – 60 gr boter

Hoe maak je het?
Eerst maak je het deeg – meng hiervoor de lauwe melk met de gist en de suiker – laat 10 minuten rusten.
Voeg bloem, boter, water en een ei toe en kneed enkele minuten goed door. Voeg het zout toe. Kneed nog 10 minuten door tot je een zacht deeg krijgt.
Laat het deeg rusten tot het verdubbeld is (45 minuten).

Terwijl het deeg rust, kan je de worstjes bakken. 
Werk het gehakt op met een eitje, peper en zout en wat gesnipperde peterselie. Voeg paneermeel toe. Per worstje gebruik je ongeveer 25 gram gehakt, dus voor 12 worstenbroodjes heb je 300 gram gehakt nodig.
De worstjes moeten gaar gebakken en afgekoeld zijn, vooraleer ze in het deeg gerold worden.

Nadat het deeg gerust heeft, vorm je bolletjes van het deeg van ongeveer 80 gram en rol je ze tot worstjes. Druk het deeg plat.

Neem een gehaktworstje en wikkel het deeg er goed rond.



Knijp het deeg langs onder goed toe.

Voor het snuitje: rol een stukje deeg rond en duw het plat. Steek het met 2 tandenstokers in het varkenslijfje. De tandenstokers zorgen ervoor dat de gaatjes in het snuitje blijven.
Voor de oogjes gebruik je jeneverbessen. Druk ze goed in zodat ze er niet uitvallen na het bakken.
De oortjes vorm je met een driehoekje van deeg dat je toevouwt en boven de ogen kleeft met een beetje losgeklopt ei.
Tot slot nog een krulstaartje.

Bestrijk de varkentjes met een losgeklopt ei.

Bak de worstenbroodjes af in een voorverwarmde oven van 210°C (hetelucht) gedurende 12 minuten.

Geniet maandag van je lekker warm worstenbroodje.

Naar een idee van Cristina Lorenzo.