Smoutebollen zoals op de kermis

Een grote, witte puntzak met goudbruine smoutebollen en heel veel bloemsuiker. Dat doet mij denken aan de kermis.


Volgende week wordt in Leuven het startschot gegeven voor de septemberkermis. Van 4 tot 23 september staan er 75 kermisattracties opgesteld in de Leuvense binnenstad. Kermis, dat is plezier voor jong en oud. In de botsauto’s zitten, eendjes vissen, griezelen, ondersteboven hangen in een attractie, gillen, lachen. Voor mij geen kermis zonder smoutebollen. Maar ik kon niet meer wachten tot dan en zette ze nu al op tafel. Met dit eenvoudig recept maak jij ze voortaan ook zelf. Kermis of niet.

Wat heb je nodig voor 20 stuks?
Recept - Piet Huysentruyt

250 g bloem – een snufje zout – 1 dl water – 1 dl lauwe melk – 20 g verse gist - 2 eieren – veel bloemsuiker


Hoe maak je het?
Doe de bloem met het zout samen in een kom. Voeg het water toe. Verwarm de melk tot lauw. Verkruimel hierin de gist. Laat dit mengsel 10 minuten staan tot de gist helemaal opgelost is. Roeren hoeft niet. Voeg dit mengsel bij de rest van het beslag samen met 2 eieren. Klop het deeg mooi glad met een garde. Laat het deeg op een warme plaats rijzen totdat je veel bubbeltjes ziet.


Minstens een half uur, langer mag ook. Met een goed gerezen deeg krijg je straks luchtige smoutebollen.
Verwarm het frituurvet op 170°C.
Maak met behulp van 2 lepels of met een ijsschep een bolletje van het deeg en laat dit rustig vallen in het frituurvet.



Bak niet meer dan 3 of 4 oliebollen tegelijk. Anders koelt het vet te snel af en krijg je vettige smoutebollen. Bak de oliebollen gedurende 5 minuten langs de 2 kanten goudbruin. Haal ze uit het frituurvet en leg ze op keukenpapier om het overtollige vet op te vangen.
Strooi er rijkelijk bloemsuiker over.
Smullen maar.

Weetje – smoutebollen noemen bij ons smoutebollen omdat ze vroeger in smout gebakken werden. In Nederland spreekt men over oliebollen. Daar zijn ze vaak ook gevuld met rozijnen of stukjes appel.

Eet je liever iets hartig op de kermis? Proef dan eens van deze caracollen.

Tot op de kermis.
Liefs,
Ingrid